Het overkomt ons allemaal. Maar wat is het eigenlijk? In dit hoofdstuk leggen we je de menstruatiecyclus uit, met de verschillende fasen en hormonale schommelingen die daarbij komen kijken.

Betekenis 'menstruatie' volgens de Van Dale: men·stru·a·tie (de; v; meervoud: menstruaties), meestal ongeveer eenmaal per maand optredende bloeding van het baarmoederslijmvlies bij geslachtsrijpe vrouwen.

De menstruatiecyclus is een natuurlijk, cyclisch proces waarbij het lichaam zich voorbereidt op een mogelijke zwangerschap. Gemiddeld duurt een cyclus 28 dagen, maar er bestaat veel variatie tussen vrouwen. Een reguliere cyclus duurt 21 tot 35 dagen, maar sommigen hebben ook een kortere cyclus van 21 dagen, of een langere van meer dan 35 dagen.  

Tijdens de cyclus vinden voortdurend hormonale schommelingen plaats. Onder andere de hormonen oestrogeen, progesteron, FSH en LH zorgen er op deze manier voor dat het lichaam zich aanpast aan de verschillende fasen van de cyclus.  

De verschillende fasen 

De menstruatiecyclus bestaat uit vier verschillende fasen die in goede banen worden geleid door een ingewikkeld samenspel van hormonen: 

  1. Menstruatiefase 

    In deze fase worden het baarmoederslijmvlies en de onbevruchte eicel afgestoten via vaginaal bloedverlies, ofwel de menstruatie. Dit duurt ongeveer 3 tot 7 dagen. Het bloedverlies is meestal het hevigst op de tweede dag, met gemiddeld 25-50 ml per cyclus. 

  2. Follikelfase 

    Na de menstruatie begint de follikelfase. Daarin groeien eiblaasjes (follikels) in de eierstokken onder invloed van het follikel stimulerend hormoon (FSH). Eén van deze follikels zal uitgroeien tot de dominante follikel. 

    De follikels produceren het hormoon oestrogeen om ervoor te zorgen dat het baarmoederslijmvlies dikker wordt en de baarmoedermond helder slijm gaat maken. Sommige vrouwen kunnen dit slijm opmerken als een teken van vruchtbaarheid. 

  3. Ovulatie 

    Ongeveer halverwege de cyclus krijgt de dominante follikel een piek van het luteïniserend hormoon (LH). Daardoor barst de follikel open en komt er een eicel vrij. Dit proces heet de eisprong of ovulatie. Het kan voorkomen dat je bij de ovulatie korte, heftige buikpijn krijgt.

    In zeldzame gevallen barsten twee follikels open. Wanneer de twee vrijgekomen eicellen beiden bevrucht raken, krijg je een twee-eiige tweeling . 

  4. Luteale fase 

    Na de eisprong wordt de lege follikel omgevormd tot een geel lichaampje dat het hormoon progesteron aanmaakt. Door progesteron rijpt het baarmoederslijmvlies verder uit zodat een bevruchte eicel zich kan nestelen.

    Deze luteaalfase duurt ongeveer 12 tot 14 dagen. Als er geen bevruchting plaatsvindt, verdwijnt het gele lichaampje weer na 7 dagen. De daaropvolgende daling van progesteron en oestrogeen veroorzaakt vervolgens het loslaten van het baarmoederslijmvlies, waarna de cyclus opnieuw begint met een menstruatie.

Eerste en laatste menstruatie 

De eerste menstruatie (menarche) begint bij meisjes in Westerse landen gemiddeld rond de leeftijd van 12 jaar, maar dit kan variëren van 11 tot 16 jaar. Het duurt daarna meestal een paar jaar voordat de cyclus een regelmatig patroon krijgt. 

De laatste menstruatie, ook wel de menopauze genoemd, treedt bij Westerse vrouwen gemiddeld op rond de 51-jarige leeftijd. In de jaren voor de menopauze vindt de cyclus wel al onregelmatiger plaats.

Nu weet je alles over hoe een normale menstruatiecyclus verloopt. Maar slechts 13 tot 25 procent van de vrouwen ervaart daarbij geen symptomen of klachten. Hoe komt dat?

Hormonale schommelingen 

Ondanks dat de menstruatiecyclus een natuurlijk proces is, blijkt uit de cijfers dat veel vrouwen toch problemen ervaren. Slechts 13 tot 25 procent van de vrouwen heeft bijvoorbeeld een volledig symptoomvrije cyclus. De overige 75 tot 87 procent kampt met uiteenlopende klachten. Deze vrouwengezondsheidsproblemen kunnen we grofweg onderverdelen in drie categorieën: hormoongerelateerde problemen, cyclusstoornissen en problemen rondom zwangerschap en de postpartumperiode. De meest voorkomende aandoeningen in elk van deze categorieën lichten we in de volgende lessen verder uit, te beginnen met de hormoongerelateerde problemen.

Samenvattend
Hoewel de cyclus voor iedere vrouw anders verloopt, is het zeker nuttig om bekend te zijn met de verschillende fasen en wat je als normaal kan beschouwen. Met deze basiskennis kun je dan ook eventuele afwijkingen of problemen tijdig signaleren. Wees daarom niet te snel geneigd om klachten als ‘normaal’ te bestempelen, maar bespreek ze met een arts of gebruik FemmeUp om ze beter te begrijpen. Vroegtijdige signalering kan je veel leed besparen.  

In de volgende les gaan we dieper in op deze klachten, en welke specifieke vrouwengezondheidsstoornissen er allemaal zijn.